BioBestrijding Roofmijt tegen Springstaart 1000stks
EU Gardencenter
Springstaarten (Collembola) behoren tot een klasse van zes potigen die in totaal ruim 8000 beschreven soorten telt. Ze hebben allemaal monddelen die in een buidel binnen de kop liggen en vormen naast de insecten een aparte groep. Vrijwel allemaal hebben ze een gevorkte staart, waarmee ze bij gevaar weg kunnen springen. Aan dit feit ontlenen ze hun Nederlandse naam. De meeste springstaarten zijn ongeveer 5 mm groot, maar er bestaan ook kleinere soorten. Ze hebben altijd 6 poten en een paar antennen. Verschillende soorten Springstaarten leven in de nabijheid van het water en op het land. De meeste soorten leven in de bovenste strooisel laag van de grond en voeden zich met rottend plantmateriaal en schimmels. Ze kunnen enorme populaties ontwikkelen van soms duizenden exemplaren per vierkante meter. In de strooisel laag worden eieren gelegd die, afhankelijk van de temperatuur, na enkele dagen of weken uitkomen. De jonge springstaarten houden zich schuil in het strooisel en ontwikkelen zich snel. Omdat hun huid niet meegroeit moeten ze verschillende keren vervellen om het volwassen stadium te bereiken. Ook de volwassen exemplaren blijven zich af en toe vervellen. Hierdoor scheiden ze afvalstoffen af die ze op een andere wijze niet kwijt kunnen raken. Springstaarten kunnen enkele maanden tot wel een jaar oud worden. Bij het bestrijden van springstaarten richt men zich in de meeste gevallen op de adulten. Het effect van deze bestrijdingen is meestal ontoereikend. Dit komt doordat de ontwikkeling van de springstaarten in de grond plaatsvindt waar de gebruikte middelen niet komen of onvoldoende effect hebben. Een halve dag nadat een behandeling heeft plaatsgevonden, kan het voorkomen dat alweer nieuwe exemplaren migreren vanuit de grond naar de plant. Een effect van een bestrijding valt hierdoor dus vaak tegen. Daarnaast treedt door herhaalde bestrijdingen vaak resistentie op tegen de gebruikte stoffen, waardoor het effect sowieso tegenvalt. Een echte oplossing is dus op chemisch gebied niet te vinden. We zullen ons op de ontwikkeling van de plaag moeten richten om een beter effect van onze inspanningen te kunnen krijgen. LEVENSWIJZE HYPOASPIS MILES Een volwassen Hypoaspis roofmijt leeft gemiddeld 6 weken en is actief bij temperaturen van 10C tot 28C. De geslachtsverhouding is gelijk aan 1:1, vrouwen en mannen. Als er voldoende te eten is leggen de vrouwtjes veelvuldig eieren. De eieren komen binnen 2-3 dagen uit en de jonge Hypoaspis nimfen zijn geboren. Deze jonge nimfen zijn direct na hun geboorte felle roofdieren die eieren, larven en poppen van springstaarten consumeren. Elke volwassen Stratiolaelaps kan 1 tot 5 prooien per dag consumeren. De Hypoaspis populatie kan ook overleven in de afwezigheid van ongedierte. In dat geval voeden ze zich met algen en plantenresten. Als het moet kan de Hypoaspis miles populatie echter ook tot 7 weken zonder voedsel door over te gaan in een rustfase. HOEVEEL ROOFMIJTEN HEEFT U NODIG Deze roofmijten worden geleverd in een verpakking met strooimateriaal met daarin eitjes, jonge en volwassen roofmijten. Een verpakking met 2500 stuks roofmijten is voldoende voor ca. 10 vierkante meter afhankelijk van hoeveel last u heeft van springsstaarten. Wij adviseren over het algemeen 250 tot 500 stuks roofmijten per vierkante meter. Na 1 tot twee weken is het goed om een onderhoudsdosering te geven van nogmaals 250 stuks per vierkante meter. LUCHTVOCHTIGHEID EN TEMPERATUUR Optimale luchtvochtigheid is tussen de 60% en 70%. De Hypoaspis roofmijten zijn actief vanaf 10 graden maar komen pas in actie bij een bodemtemperatuur vanaf 15 graden. De optimale temperatuur is tussen de 20 tot 30 graden. 26 graden is het meest ideaal voor de ontwikkeling. UITZETINSTRUCTIE - Zet de Hypoaspis miles preventief uit of zo snel mogelijk na de eerste verschijning van springsstaarten. - Na ontvangst zo snel mogelijk uitzetten, roofmijten zijn niet houdbaar. - Open het zakje met daarin het strooisel en roofmijten. Verdeel het materiaal gelijkmatig over de (licht) vochtige bodem/ grond van de planten. - In de verpakking kunnen soms eitjes of roofwantsen achterblijven, advies is om de verpakking nog enkele dagen (ca. 2) in de ruimte te laten liggen zodat ook de achtergebleven eitjes en roofmijten kans hebben om in actie te komen. BEWAARADVIES Biologische bestrijders zijn levende dieren en hebben een (zeer) korte levensduur en moeten daarom zo snel mogelijk na ontvangst in het gewas worden geintroduceerd. Opslag kan de kwaliteit nadelig beinvloeden en kan uitsluitend onder de hieronder aangegeven condities. Houdbaarheid: 1-2 dagen Bewaartemperatuur: 8-10C In het donker Liggend bewaren
9.50 €