BioBestrijding Gaasvlieg tegen Bladluis 500stks
EU Gardencenter
De Chrysoperla carnea is een gaasvlieg die ingezet wordt als natuurlijke bestrijder van voornamelijk bladluis. De volwassen Chrysoperla carnea vliegen eten stuifmeel en honingdauw en zijn niet roofzuchtig, maar de larven staan bekend als uitermate vraatzuchtig en voeden zich met wel 70 verschillende insectsoorten. De inzet van Chrysoperla is uitermate geschikt voor een acute bestrijding van bladluis en is geschikt voor laagblijvende gewassen. Vooral als er al sprake is van een bladluisinfectie is de Chrysoperla de beste keuze. De eieren van de gaasvlieg zijn ovaal en worden door het vrouwtje in de buurt van de bladluishaarden gelegd. De larven die uit de eieren komen zijn 1 millimeter lang en zijn bij de geboorte al vraatzuchtige rovers die direct op zoek gaan naar prooi. De larven hebben grote kaken waarmee ze hun prooi vastgrijpen. De prooi wordt gestoken en geinjecteerd met een enzym waardoor de interne organen van de prooi verteren. Vervolgens worden deze lichaamsvloeistoffen uit de prooi gezogen. Het aantal bladluizen dat een larve bestrijdt kan oplopen tot zon 100 tot zelfs 600 bladluizen per dag. Naast een bestrijding van bladluis eten ze ook spintmijten, trips, wolluis en andere kleine insecten. Een echte veelvraat die ook wel bekend staat als de bladluisleeuw. LEVENSCYCLUS Een Chrysoperla vrouwtje legt honderden kleine eieren met een snelheid van 2 tot 5 per dag. De eieren van de gaasvlieg zijn ovaal en worden door het vrouwtje aan de onderkant van bladeren en in de buurt van de bladluishaarden gelegd. De eieren worden over het algemeen in het donker gelegd. De eieren zijn in het begin lichtgroen maar worden in een later stadia grijs. De eitjes komen uit binnen 3 tot 6 dagen en de vraatzuchtige larve van ca. 2 millimeter lang is geboren. Na 2 tot 3 weken is de larve op zijn grootst, zon 8 millimeter lang. Op dit punt zal de volwassen larve een cocon spinnen op verborgen plekken in de plant. Hieruit komt de volwassen gaasvlieg na 10-14 dagen tevoorschijn. Een volwassen exemplaar is zoâââ‰â¢n 12-20 mm lang en zijn groen van kleur. Indien er geen voedsel (stuifmeel en honingdauw) meer aanwezig is in de planten zullen de volwassen exemplaren wegvliegen het is dus belangrijk om in de gaten te houden of er nog voldoende Chrysoperla gaasvliegen aanwezig zijn. De totale levenscyclus is bij de juiste omstandigheden zon 4 weken. Bij hogere of lagere temperaturen wordt de voortplanting van de Chrysoperla carnea sterk beinvloed. Herhaling van de inzet is na 2-3 weken wenselijk voor een blijvend effect. HOEVEELHEID BENODIGD Wij adviseren zon 1-5 stuks per m2, dit echter afhankelijk van de mate van infectie. Voor een optimale bestrijding is het raadzaam om de Chrysoperla met een tussenpoos van 2-3 weken nogmaals in te zetten. Wij leveren de gaasvliegen als volgt: 500 stuks die worden geleverd in 5 handige hangzakjes met daarin de larven (5 X 100 stuks gaasvliegen in totaal). 500 gaasvliegen zijn voldoende voor ca. 100-500 m2 afhankelijk van hoeveel last u heeft van bladluis. TEMPERATUUR EN LUCHTVOCHTIGHEID De optimale luchtvochtigheid is tussen de 50-70%. De temperatuur moet tenminste 15 graden zijn. De optimale temperatuur is tussen de 20 tot 26 graden. UITZETINSTRUCTIE Zet de Chrysoperla carnea zo snel mogelijk na de eerste verschijning van bladluis uit. Na ontvangst zo snel mogelijk uitzetten, gaasvliegen zijn niet houdbaar. Open de zakjes bij de rand en hang verspreid op in de planten. Denk erom dat de vliegen vrij uit de zakjes kunnen vliegen. Hang de zakjes in een schaduwrijke plaats en zorg ervoor dat er geen direct water in de zakjes kan lopen. Herhaling van de inzet na 2-3 weken is geadviseerd. COMBINATIE VAN GAASVLIEG EN SLUIPWESPEN Voor een optimale bestrijding van bladluis adviseren wij om de Chrysoperla carnea in combinatie met sluipwespen uit te zetten. De Chrysoperla werkt vooral goed als correctieve bestrijder van bladluis waarbij de sluipwespen vooral preventief hun werk goed doen. Deze 2 predatoren gecombineerd zorgen voor een totale bestrijding van bladluizen. BEWAARADVIES Biologische bestrijders zijn levende dieren en hebben een (zeer) korte levensduur en moeten daarom zo snel mogelijk na ontvangst in het gewas worden geintroduceerd. Opslag kan de kwaliteit nadelig beinvloeden en kan uitsluitend onder de hieronder aangegeven condities. Houdbaarheid: 1-2 dagen Bewaartemperatuur: 8-10C In het donker Liggend bewaren
18.40 €